DE DRIELEDIGE MENS
Lichaam, ziel en geest (1)
In ‘Theosofie’ [1] geeft Steiner een voorbeeld van iemand die over een weiland loopt.
Die iemand had ik kunnen zijn. Ik wandel veel en loop dan vaak over begroeide weilanden, zoals laatst nog, over een met veel paardenbloemen.
Met mijn ogen neem ik de plant: de groene blaadjes, de gele bloemen en/of grijze pluizenbollen waar. Ze staan daar , buiten mijn toedoen. Ik vind ze mooi; ik geniet van zo’n geel veld. Door dit gevoel is er een band ontstaan tussen mij en die bloemen.
De boer, die diezelfde bloemen daar liever niet had zien groeien, heeft, door ze te zien, ook een gevoelsband gekregen, die heel anders is dan de mijne.
Een jaar later loop ik weer over dat zelfde weiland. Er groeien weer paardenbloemen, al zijn het niet de bloemen van vorig jaar. Opnieuw word ik er blij van.Ik herinner mij dat ik er vorig jaar ook al zo vrolijk van werd. Die herinnering is er, zonder dat de bloemen van het vorige jaar er zijn.
Maar de paardenbloemen van het vorige jaar, zijn toch precies hetzelfde als de paardenbloemen van dit jaar. En als ik ze verleden jaar grondig bestudeerd heb en van alles gevonden over hun groei en bloei, dan vind ik, bij bestudering nu, al dat, wat ik al gevonden had, weer opnieuw.
De boer zal er nog steeds de p over in hebben, dat ze daar staan, maar als hij ze bestudeerd zou hebben, dan waren we tot dezelfde kennis over de paardenbloem gekomen en we zouden kunnen voorspellen dat onze kennis het jaar daarop waarschijnlijk niet zou zijn veranderd, omdat de paardenbloem zo is gebleven als ze is.
Deze ervaring leert ons:
WE STAAN OP DRIEËRLEI MANIER IN DE WERELD
DE WERELD OM ONS HEEN
We vinden een ons gegeven wereld. Deze wordt in de antroposofie vaak beschreven als de fysiek/lijfelijke wereld.
ONZE BINNENWERELD
We hebben onze eigen binnenwereld-onze gevoelens: onze emoties; onze ziel.
DE INHOUD VAN DE WERELD OM ONS HEEN
In mijn voorbeeld: de “wereld” van de paardenbloem: hoe die groeit enz.-het wezen van. Dat wordt de wereld van de geest genoemd.
Uit dit soort ervaringen kan ik niet anders dan de conclusie trekken dat ik:
met mijn fysiek/lijfelijke zintuigen: ogen, oren, neus enz. de wereld om me heen waarneem-me er via mijn zintuigen mee verbindt;
dat ik een binnenwereld heb, waarmee ik gevoelsbelevingen heb die verschillen van iemand anders zijn beleving, dus puur mijn belevingen zijn;
en dat ik een wereld kan leren kennen die ook gegeven is, die echter niet gelijktijdig met het waarnemen door mijn fysiek/lijfelijke zintuigen wordt weergegeven; een wereld die ik kan zoeken of niet; een wereld die er is, onafhankelijk van mijn gevoelsbelevingen, of ik deze nu mooi of lelijk vind.
BEGRIPSBEPALING
Om te weten wat de begrippen lichaam, ziel en geest inhouden, dienen ze duidelijk omschreven te worden.
LICHAAM
Alles wat we in de wereld aan stoffelijkheid vinden dat buiten ons toedoen daar is gekomen. De “gegeven”wereld. De wereld die we aantreffen.
ZIEL
Een innerlijke kracht die het ons mogelijk maakt de buitenwereld tot onze eigen wereld te maken; tot onze eigen aangelegenheid.
GEEST
De wereld van de wetmatigheden, de waarheden. Hoe de ons gegeven wereld in elkaar zit; de ideële inhoud van de stoffelijke wereld
TUSSEN TWEE WERELDEN
Als het ervarende wezen mens sta ik enerzijds in verbinding met de stoffelijke wereld; anderzijds kan ik mij openstellen voor die wereld van wetmatigheden, waarheden enz. die hier geestelijke wereld wordt genoemd.
Ook mijn vader, die niet meer leeft, hield van paardenbloemen; na zijn dood was de paardenbloem zoals deze is, er nog steeds en ook na mijn dood zal deze er nog wel op dezelfde manier zijn. Zo sta ik als ervarend wezen dus tussen het kort-tijdelijke: de paardenbloem van dit voorjaar-al weer afgestorven; en die van het veel langer durende: de inhoud van de paardenbloem. Een beetje poëtisch zou ik willen zeggen: zo sta ik als mens tussen het vergankelijke en het eeuwige: tussen de stof en de geest.
[1]GA 9
Vertaald in het Nederlands:
Theosofie
Uitgeverij Christofoor
ISBN: 9789060385159
Pingback: WAT OP DEZE BLOG STAAT « antroposofie: een inspiratie
Pingback: DE DRIELEDIGE MENS(3) « antroposofie: een inspiratie
Pingback: VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner over ‘antroposofisch onderwijs’ (5) | VRIJESCHOOL
Pingback: VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner over ‘antroposofisch onderwijs’ (6) | VRIJESCHOOL
Pingback: VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner over ‘antroposofisch onderwijs’ (7) | VRIJESCHOOL
Pingback: DE VIERLEDIGE MENS (3) | antroposofie: een inspiratie
Pingback: VRIJESCHOOL – JAARFEESTEN – St.Jan (14) | VRIJESCHOOL
Pingback: DE VIERLEDIGE MENS (4) | antroposofie: een inspiratie
Pingback: VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner als opvoeder (7) | VRIJESCHOOL
Pingback: VRIJESCHOOL – Menskunde en pedagogie | VRIJESCHOOL
Pingback: WAT STAAT OP DEZE BLOG | antroposofie: een inspiratie
Pingback: Ramon de Jonghe/Verachtert kwakzalvert | steinerscholen.com gefocust
Pingback: VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner over gezondmakend onderwijs (2) | VRIJESCHOOL
Pingback: VRIJESCHOOL- Menskundige achtergronden – de wil (2) | VRIJESCHOOL
Pingback: ‘Focus op Antroposofie’ gefocust: listige leugentjes (8) | Focus op Antroposofie gefocust
Pingback: ‘Focus op Antroposfie gefocust': listige leugentjes (9) | Focus op Antroposofie gefocust
Pingback: VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner over gezondmakend onderwijs (2) | Vrije School
Pingback: VRIJESCHOOL – Rudolf Steiner over pedagogie(k) – GA 311 – voordracht 7 | VRIJESCHOOL
Pingback: VRIJESCHOOL – Vertelstof – mythen | VRIJESCHOOL
Pingback: VRIJESCHOOL – ‘antroposofisch’ onderwijs | VRIJESCHOOL
Pingback: DE DRIELEDIGE MENS (2) | antroposofie: een inspiratie